Vogels kijken begint in de tuin
Tekst en foto’s Hans van Westerlaken
Veel van de tijd die ik spendeer aan het kijken naar vogels, is in de eigen tuin. Mijn tuin bevat dan ook veel groen in vergelijking met de vele platgewalste stenen achtertuinen, die de gemiddelde woonwijk opsieren. Vogels hebben het groen nodig, omdat daar voer en eventueel nestelgelegenheid valt te vinden. Het is van belang, dat vogels zich ook veilig voelen in een tuin, want een naar voedselzoekende sperwer kan elk moment toeslaan!
Zelf voer ik het hele jaar door en mag dan ook volop genieten van wisselende aantallen huismussen, merels, kool- en pimpelmezen. In de winter worden deze aangevuld door vinken, groenlingen, staartmezen, de grote bonte specht, soms een ringmus en de tegenwoordig oprukkende halsbandparkiet. Volgens het nationaal nieuws werd zelfs in 2016 een roodkeelnachtegaal in een achtertuin aangetroffen.
Hoewel ik als vogelliefhebber ook drie katten heb, is er voor gezorgd, dat deze geen kans krijgen een vogel te grijpen. Met strategisch geplaatst groen gaas kunnen de vogels zorgeloos foerageren. Ook is de voederplaats zo gekozen, dat sperwers het zelden voor elkaar krijgen om, meestal een huismus, te pakken te krijgen. Als dat het geval is, gaat het vrijwel altijd om een nietsvermoedende jongeling. Niet alleen vogels, maar ook vlinders en insecten kunnen profiteren van een groenere tuin. Evenals de egel, die de laatste 25 jaar sterk in aantal is afgenomen, profiteert die van de groene tuin en helemaal als er voor een winterverblijfplaats gezorgd is.
Het wekt toch mijn verbazing, dat veel jonge mensen kiezen voor een tuin, die in natuurlijk opzicht weinig om het lijf heeft. Dit is wel tegenstrijdig met bijvoorbeeld het artikel in Het Kompas van 6 oktober 2021, waarin de doelstelling “Samen maken we ruimte voor een duurzame toekomst in de Hoekse Waard” staat. Juist veel groen in de tuin en straat helpt enorm mee om deze doelstelling te realiseren. Van mensen met nog een hele toekomst voor zich en vaak bezig met het verzorgen van hun nageslacht zou je verwachten, zeker gezien de verandering van het klimaat, dat zij op dat punt hun verantwoordelijkheid nemen en meer aandacht aan het milieu besteden in eigen omgeving. Het onderhoud aan mijn tuin, die vrij gemiddeld is van grootte, kost mij omgerekend hooguit een half uurtje per week. Daar tegenover staat het hele jaar door genieten van de vogels, vlinders en bloemen in je tuin, terwijl tegelijkertijd een bijdrage wordt geleverd aan een beter klimaat.
Kortom, niets staat mensen in de weg om hun tuin te ‘vergroenen’, aangezien
er alleen maar positieve effecten zijn voor de natuur en het milieu door slechts een geringe inspanning!